Mijn eerste complicatie

12 februari 2015 - Johannesburg, Zuid-Afrika

Goedemorgen!

Het is nog maar net februari, maar ik heb nu alweer een aantal hectische diensten achter de rug. De eerste nachtdienst werkte ik aan de Chirurgische kant. Na een aantal niet zo gecompliceerde patiënten kwam een patiënt binnen met verdenking op een hoge gastro-intestinale bloeding (maag) met lage bloeddruk, wat later een septische (door infectie veroorzaakt) shock bleek te zijn. Deze patiënten hebben dan goede monitoring nodig, vocht en soms adrenaline. Tijdens dit gebeuren komt er ambulancebroeder naar mij toe om te vragen of hij een patiënt – die zij achter in de ambulance aan het reanimeren zijn – mag binnenbrengen…. Natuurlijk! Dus we gaan deze patiënt reanimeren die al geïntubeerd was aangezien hij van een andere Intensive Care naar onze Intensive Care werd overgeplaatst. Deze patiënt had heel veel buikoperaties gehad, waar hij een flinke infectie heeft opgelopen, en heeft het helaas niet overleefd.

Tijdens de reanimatie werd er een geïntubeerde patiënt binnengebracht waarvan schijnbaar het hoofd overreden was tijdens een ongeluk, die mijn collega vast ging zien. En er werd ook een patiënt met 80%-90% elektrische brandwonden binnengebracht. Net na de reanimatie kreeg ik een patiënt met een steekwond in de linker arm en borstkas gepresenteerd. Gelukkig was deze patiënt stabiel en kon ik weer een blik werpen op mijn patiënt met septische shock terwijl hij wachtte op onderzoeken. Mijn collega was ondertussen de patiënt met brandwonden aan het zien en wilde de patiënt intuberen aangezien zijn gezicht begon op te zwellen dus ik was ook stand-by. Toen het haar niet lukte om te man te intuberen heb ik een poging gedaan en dat lukte.

Mijn patiënt met septische shock reageerde niet goed op het toegediende vocht en ik had adrenaline nodig, wat ik aan de verpleegkundige vroeg. Toen ik na een tijdje nog steeds geen adrenaline had, vond ik de verpleegkundigen bezig met het inpakken van de overleden patiënt. Ze wilden dat eerst even afmaken. Dus toen heb ik ze vriendelijk medegedeeld dat deze patiënt al was overleden en mijn patiënt op dat moment nog leefde en dat ik echt nu meteen adrenaline nodig had. Mijn patiënt reageerde goed op de adrenaline.

 

De complicatie

Ondertussen had een intern (coassistent) een patiënt met een ernstige astma aanval die niet reageerde op medicatie. Een status astmaticus. Toen ik de patiënt zag had ik meteen het gevoel dat hij het niet lang meer zelf ging volhouden (de borstkas was bijna helemaal stil tijdens ademhaling, wat betekent dat de patiënt geen lucht binnenkrijgt, maar ook niet kan uitblazen) en ik heb toen besloten om deze patiënt klaar te maken om te intuberen. Mijn collega’s stonden stand-by en nadat we alles snel hadden voorbereid heb ik deze patiënt geïntubeerd met een video-scope (daarmee kan je alles in de mond goed zich op een schermpje). Ik was erg blij dat het meteen de eerste keer lukte om deze patiënt te intuberen nadat wij hem spierverslappers en slaapmiddelen hadden gegeven. Nadat wij hem aan de beademing hadden gelegd en de patiënt langzaamaan wakker werd gaf hij opeens een hele plons bloed over. Toen hebben we de patiënt weer slaapmiddelen gegeven en hebben we in de mond gekeken, waar we konden zien dat ik per ongeluk het zachte gehemelte had geperforeerd. In overleg met KNO hebben we toen de mond ingepakt met adrenaline gazen om de bloeding te stoppen en de patiënt slapende gehouden. Gelukkig ging het wel iets beter met zijn astma. Ik heb me de rest van de nacht echt heel shit gevoeld, omdat ik dit gat in de mond had veroorzaakt en ik voelde me vooral heel rot voor de patiënt. De bloeding stopte en ook de tube die door het gat heen zat zorgde ervoor dat de bloeding gestelpt werd. In de ochtend, toen de artsen in opleiding binnenkwamen, kon ik het niet meer volhouden en ben ik in tranen uitgebarsten om mijn complicatie. Toen kreeg ik eigenlijk een hele lieve reactie van één van de artsen: “Is de patiënt doodgegaan?”. “Nee”. “Je hebt de patiënt gered, ja de complicatie is vervelend, maar de patiënt leeft nog, je hebt hem niet voor niets geïntubeerd”. Ik moet zeggen dat ik die dag heel slecht heb geslapen en me heel rot heb gevoeld, maar inderdaad ik had de patiënt op dat moment gered en dat gat in zijn gehemelte dat kon gehecht worden. Ik heb het er later ook nog met de baas over gehad, om te kijken wat er nu precies was gebeurd, maar ze was eigenlijk heel blij dat ik snel de beslissing had genomen om de patiënt meteen te intuberen toen ik dacht dat dat nodig was. De patiënt, heb ik later gehoord, is uiteindelijk overleden in de Intensive Care aan zijn astma.

 

De pneumothorax

De volgende dagdienst had ik een patiënt die binnenkwam met ernstige benauwdheid. Dit was vrij acuut begonnen eerder op de dag en toen ik naar de longen luisterde hoorde ik bijna geen ademgeluiden aan de rechterkant. Aangezien de patiënt redelijk stabiel was had ik tijd om een röntgenfoto van de borstkas te laten doen, die een grote pneumothorax (klaplong) liet zien (foto bijgevoegd). Tijd voor een drain dus. Eén van de artsen in opleiding was ook aanwezig dus ik vroeg haar of ze mij wilde superviseren terwijl ik de drain zou plaatsen. Toen ik al mijn spullen aan het klaarzetten was, werd de patiënt opeens toch slechter, kon minder goed ademen en raakte in paniek. We moesten dus snel starten, dus ik zou beginnen met de procedure terwijl zij de rest van de spullen ondertussen zou klaarleggen. We hadden die dag een hele hoop studenten die meeliepen en die hadden natuurlijk door dat er iets te zien was en ongeveer 10 van hen besloten om te blijven kijken. Ik heb nog een poging gedaan om de patiënt gerust te stellen, toen hebben we hem sedatie gegeven (slaapmiddel) en ik heb vrij snel de drain kunnen plaatsen, waarbij je dan een hele stroom lucht voelt en hoort vrijkomen.

 

De tweede nachtdienst

Het weekend was ingenomen door de echo cursus, en toen was het alweer tijd voor de tweede nachtdienst. Toen ik binnenliep zag ik enorm veel patiënten in de SEH zitten. Deze patiënten waren allemaal al opgenomen, maar er waren al een hele tijd geen bedden, dus dat betekende dat we 17 patiënten hadden waar we op moesten letten terwijl we de andere stroom van patiënten moesten zien die binnen kwam druppelen. Ik had het gevoel dat ik de hele nacht meer patiënten tegenkwam, in onderzoeksruimtes bijvoorbeeld, waarvan ik eerst niet wist dat ze er waren. Ik besloot naar de Chirurgische kant te lopen om te kijken hoe druk zij waren en daar werd net begonnen met een reanimatie. Een vrouw met een grote gastro-intestinale bloeding (waarschijnlijk maag). Na een aantal minuten besloot ik om in de mond te kijken, waar ik een hele plons bloed vond, waarna ik de vrouw heb geïntubeerd, tijdens de reanimatie, om te luchtweg veilig te stellen. We hebben haar teruggekregen en aan de beademing gelegd. Meteen daarna werd een tweede patiënt binnengebracht die bewusteloos was. De vrouw had geen pols dus meteen begonnen met reanimeren. We hebben geprobeerd om de afwijkende bloedwaarden te verhelpen, maar het mocht niet baten. De familie vertelde dat zij al ruim een half uur voor aankomst in het ziekenhuis niet meer reageerde, dus waarschijnlijk had zij toen ook al geen pols meer, dan is het erg onwaarschijnlijk dat je patiënten nog terugkrijgt. Tijdens de reanimatie ging ook de eerste patiënt weer in reanimatiesetting, waarbij de chirurgen hadden besloten niet nogmaals te reanimeren.

Daarna even teruggegaan om een paar aantal andere patiënten te zien, waarvan één door de politie was gebracht zonder verdere uitleg, alleen een briefje dat zij dachten dat hij een psychiatrische patiënt was. Eerst wist ik niet zo goed wat ik met deze man aan moest, dus nadat ik hem een aantal medische vragen had gesteld vroeg ik hem of hij dingen zag of hoorde terwijl ik tegen hem praatte. “Nee”.  En je vraagt ook of patiënten zichzelf iets willen aandoen. “Nee, ik ga mezelf echt niet van het leven beroven”, dat klonk dus vrij normaal. Tot hij opeens zei: “Maar ik zou wel iemand anders willen vermoorden”, en daarna begon over complottheorieën op het werk. Toen heb ik samen met de beveiliging bloed afgenomen en daarna doorgestuurd naar de psychiatrie.

De reanimatiebel ging weer af. Een patiënt zonder pols, dus een derde reanimatie deze nacht. Ik moet zeggen toen de patiënt binnenkwam zag het eruit alsof ook zij misschien al ver voor aankomst in het ziekenhuis geen pols meer had, maar we besloten om kortdurend te reanimeren. Tijdens reanimatie kwam de coassistent binnenrennen met een patiënt die een gezwollen tong heeft en niet meer kan ademen. Het team wordt dus opgesplitst en ik ben aan het reanimeren terwijl de verpleegkundige aan het beademen is. Twee personen voor een reanimatie is niet genoeg. Gelukkig kwam de verpleegkundige van triage binnen en ik zeg tegen haar: “Goed dat je er bent, wil je zo het reanimeren van mij overnemen”. Je zal mijn schrik begrijpen wanneer zij zei dat dat niet kon omdat ze de triage aan het doen was. Dus ik zeg nog “We zijn niet met genoeg mensen, ik word moe en je moet even helpen”. Maar nee, haar triage formulier was belangrijker en ze moest echt de triage doen. Ik vraag me nu nog steeds af wat ze op het triageformulier heeft geschreven van een patiënt die we aan het reanimeren waren. Gelukkig was de patiënt met de “gezwollen” tong een psychisch probleem en bleek er geen sprake te zijn van een zwelling, dus konden mijn collega’s mij komen aflossen. De patiënt is overleden.

Ik moet zeggen dat ik nog nooit zo een vermoeiende nachtdienst heb gehad, ik viel bijna in slaap in de auto, heb tot 16:00 in de middag geslapen tot de wekker afging en ben om 21:30 weer naar bed gegaan. Klaar voor mijn volgende dienst zo…….(oh ja en zaterdag en zondag lekker genieten van mijn vrije weekend).

 

Liefs, Shelley

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

7 Reacties

  1. Samantha:
    12 februari 2015
    jezus..!. Shelley..!.! Hahaah mijn god wat maak je daar mee joh ik krijg het al benauwd van alles wat je schrijft laat staan als ik mee zou lopen..!.! Je bent lekker bezig zo vooral zo blijven schrijven
  2. Chris kramer / paps:
    12 februari 2015
    weer een heel verhaal Shelley.
    ik hoop dat je buiten het werk niks bijzonders mee maakt: wordt veel te druk..
    Leuk dat Shireen er was en hoe gaat t samenwonen? Geniet ook van je rust!
    Groeten ook aan Andrew.
    xx
  3. René:
    12 februari 2015
    Vervelend van je complicatie, maar het is precies zoals de anderen zeiden: Het leven van de patiënt was op dat moment gered! En waar gehakt wordt, vallen spaanders, zo is het nu eenmaal. Ik denk dat als de patiënt het uiteindelijk overleefd had, je heus wel weer een reep chocolade gekregen had voor het redden van zijn leven, hoor. Complicatie of niet... :-)

    Maar hoe is het nou met de patiënt met het overreden hoofd?

    Groetjes weer...........
  4. Mama:
    12 februari 2015
    Goh, sta iedere keer weer verbaatsd over je verhalen. Best heftig allemaal. Kan me voorstellen dat je helemaal op was. Let wel heel goed op dat je , zoals deze keer, niet te vermoeid raakt. Je moet nog wel veilig thuis komen. Ook weer zo een aparte reactie van een verpleegkundige die een overledene voor wil laten gaan op iemand die nog gered kan worden. In ieder geval zou het fijn zijn als er soms wat uit je handen genomen wordt. Geniet lekker van je vrije weekend. Die vrije tijd verdien je. Xxx Mama
  5. Mery:
    12 februari 2015
    Wauw Shel... ben trots op je!!!
    Lieve groetjes uit t Slootje. Xx
  6. Oma en Opa:
    13 februari 2015
    Shelley je bent een kei .
    ze mogen wel heel blij met jou zijn .
    Geniet van jullie vrije weekend .
    Veel liefs van ons xxx .
  7. Guido Rutten:
    13 februari 2015
    Hey Shelley...

    Wat interessant allemaal weer, heftige casussen, maar goed gehandeld denk ik zo.

    Ik lees elk verslag weer met veel plezier, kijk uit naar je volgend verhaal.

    Groetjes